-
Sloten in binnendeuren
Binnendeuren worden meestal voorzien van insteeksloten met een dagschoot. De dagschoot is het slot dat met een deurklink of draaiknop bewogen kan worden. Daar waar de deur in het slot moet vallen zit een schuine kant aan de dagschoot. Doordat de dagschoot verend en afgeschuind uitgevoerd is, kan het gemakkelijk in het slot vallen. Je kunt hetzelfde slot links of rechts gebruiken. Afsluitbare kamers hebben vaak ook een nachtschoot. Dat is het slot dat enkel met een sleutel op slot kan worden gedraaid. De nachtschoot is, in tegenstelling tot de dagschoot, nooit afgeschuind en ook nooit verend.
-
Sloten in buitendeuren
Voor buitendeuren zijn cilindersloten het meest geschikt. Eenvoudige klaviersloten zijn niet veilig genoeg. Cilindersloten worden in een slotkast gemonteerd en kunnen gemakkelijk worden vervangen zonder het hele mechanisme te moeten verwisselen.
-
Oplegsloten
In gevallen waarbij het niet mogelijk is een insteekslot te gebruiken, kun je een oplegslot monteren. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een dunne deur die minder dan 40 mm breed is. Het gat voor een insteekslot zou de dunne deur te veel verzwakken. Er zijn oplegsloten verkrijgbaar met een dagschoot of een nachtschoot. Ze worden doorgaans alleen gebruikt op buitendeuren.
-
Draairichting bepalen
Bepaal vooraf de draairichting van je deur. Of de deur naar binnen opent of naar buiten maakt daarvoor niet uit. Volgens de Europese norm zijn voorbeelden A en C in de onderstaande illustratie linksdraaiend. B en D zijn volgens de Europese norm rechtsdraaiend.
-
Deurslot aanpassen
Als de dagschoot van het deurslot verkeerd zit, moet je deze omdraaien. Aan de zijkant van het deurslot zit een palletje, dat je met een kleine schroevendraaier omhoog kunt duwen (1). De dagschoot springt dan naar voren (2). Je kunt hem nu andersom draaien (3) en weer terug duwen (4).
-
Plaats bepalen
Bepaal de juiste hoogte van het deurslot. Normaal zit de deurkruk op 105 cm hoogte. Neem de linker- of rechterzijde van de deur en markeer met potlood de boven- en onderkant van het deurslot. Trek deze streepjes door naar de smalle zijde van de deur. Gebruik hiervoor een winkelhaak. Als je de boven- en onderzijde van het deurslot hebt gemarkeerd op het smalle gedeelte van de deur, kun je het midden bepalen door een hartlijn te trekken. Plaats de slotkast op de hartlijn en markeer de omtrek met een potlood. Samen met de 2 horizontale lijntjes die je hebt getrokken is de plaats voor het te boren gat daarmee bepaald.
-
Slotgat uitboren
Bepaal nu de diepte van het slotgat. Meet de totale slotkastdiepte inclusief de slotplaat, die verzonken wordt in het hout. Houd rekening met 5 mm extra speling. Zet de diepte-aanslag van je boormachine op deze maat. Je kunt ook een stukje plakband gebruiken als markering op de boor. Blijf binnen de lijnen: het deurslot moet precies passen, maar mag ook niet knellen.
-
Afsteken met een beitel
Als je het gat ruwweg hebt uitgeboord, steek je het recht met een steekbeitel. Werk het gat netjes af totdat je de exacte pasvorm hebt bereikt. Blijf ondertussen steeds controleren of het deurslot past.
-
Omtrek slotplaat overzetten
Als je het deurslot in het gat hebt geplaatst, trek je met een potlood de omtrek van de slotplaat over. Haal het deurslot weer uit de opening. Je kunt nu de diepte van de slotplaat uitsteken.
-
Diepte slotplaat uitsteken
Steek de afgetekende omtrek van de slotplaat ongeveer 3 mm diep uit, zodat de slotplaat er netjes in valt. De bovenzijde van de slotplaat moet exact gelijk liggen met de bovenzijde van het hout van de deur.
-
Gaten voor de deurklink aftekenen
Je kunt nu het gat voor de deurklink en eventueel het sleutelgat aftekenen. Houd het deurslot weer tegen de voorzijde van de deur, met de slotplaat precies op het verzonken gedeelte. Markeer met een potlood de plaats van de opening op de deur. Prik met een priem een gaatje op de plaats waar je gaat boren.
-
Deurklinkgat boren
Neem een boordiameter die overeenkomt met de stiftdikte van de deurklink zodat die vrij kan draaien. Boor nauwkeurig horizontaal door de deur tot aan de andere kant. Dit doe je op dezelfde manier voor het sleutel- of cilindergat. Oneffenheden kun je met een houtvijl verwijderen.
-
Stappentip
Bevestig een waterpas op je boormachine. Zo is waterpas boren een koud kunstje. -
Slotplaat vastzetten
Plaats het deurslot weer in de opening en zet het vast met lange houtschroeven. Plaats het beslag en breng de deurklink aan. Zet de deurklink goed vast want daar wordt veel en vaak kracht op gezet. Op termijn veroorzaakt speling lelijke beschadiging.
-
Sluitplaat op kozijn aftekenen
Nadat je het deurslot in de deur hebt geplaatst, moet de sluitplaat op het kozijn worden gezet. Markeer eerst de plaats waar de sluitplaat op het kozijn moet komen. Draai het nachtslot naar buiten en houd de deur tegen het kozijn. Met een scherp potlood kun je langs het nachtslot een lijntje (erboven en eronder) op het kozijn aftekenen. Doe hetzelfde met de dagschoot. Daarna kun je met een open deur de lijntjes doortrekken op de binnenzijde van het kozijn. De sluitplaat kan je door deze markering als sjabloon gebruiken, zodat je de boorgaten en openingen gemakkelijk kunt overtrekken.
-
Kozijn uitsteken voor sluitplaat
De afgetekende omtrek moet ongeveer 3 mm worden uitgestoken, zodat de sluitplaat er netjes in valt. De bovenzijde van de sluitplaat moet exact gelijk liggen met de bovenzijde van het hout van het kozijn. De dieptes van de gaten in het kozijnhout moeten gelijk zijn aan de diepte van dag- en nachtschoot. Steek ze zo diep uit dat de beide schoten het hout niet raken. Nadat je de sluitplaat hebt vastgezet met lange schroeven, controleer je nogmaals of de schoten in de sluitplaat passen. Bij moeilijk sluiten kun je eventueel de verticale opening iets afvijlen, maar doe dat zeer nauwkeurig. Bij te grote speling van het gat kan de deur bij tocht gaan klapperen.
-
Beschermlip ombuigen
De lip van de sluitplaat kun je met een kleine plastic hamer voorzichtig omslaan, zodat hij mooi tegen het kozijn komt te liggen. De lip is bedoeld om het hout te beschermen tegen het beschadigen van de dagschoot, wanneer de deur in het deurslot valt.