Legplank aan de muur bevestigen

Bepaal vooraf waar je een legplank precies wilt plaatsen. Kijk ook waarvoor je de plank gaat gebruiken. Een boekenplank heeft een andere diepte nodig dan bijvoorbeeld een plank met planten. Neem een plank met de juiste afmetingen en houd deze tegen de muur op de plaats van je keuze. Houd de legplank met een waterpas horizontaal en teken hem aan de onderzijde af.

Als je in tegels moet boren, kijk dan eerst of het mogelijk is om in de voeg te boren. De tegels blijven zo onbeschadigd en de legplank hangt zeker recht. Boor je toch in de tegel, teken dan de plaats af op een strook schilderstape. Dit geeft de boor minder kans om weg te schieten. Boor dieper dan de plug lang is, omdat de plug achter de tegel moet komen. Zo voorkom je, bij het aandraaien van de schroef, dat de tegel zal scheuren.

Je legplank wordt ondersteund door twee of meer steunen die je in de muur vastschroeft. Plaats de steunen niet te ver uit elkaar, om doorzakken van de plank te voorkomen. Je zal meerdere steunen moeten gebruiken als je zwaardere materialen op de legplank gaat plaatsen. Voor 16 mm spaanplaat, houd je 40 tot 60 cm afstand tussen twee steunen aan. Gebruik je 18 mm massief hout of MDF dan kan je 50 tot 70 cm afstand aanhouden. Bij 18 mm multiplex kan je 90 cm afstand aanhouden.

Plaats de bovenkant van de steun tegen de potloodlijn die je eerder hebt getrokken bij stap 1. Controleer na het eerste gat de verticale stand van de steun en markeer vervolgens de gaten. Dit gaat op dezelfde manier voor de andere beugel(s).

Gebruik altijd de juiste soort boor voor het materiaal van je muur of wand. Voor kleine steunen kan je schroeven van 45x4 mm gebruiken. Voor grotere steunen gebruik je schroeven van 45x6 mm. Holle wanden, gipsplaten en gasbeton vereisen speciale pluggen.