De juiste temperatuur- en luchtstroominstellingen

De juiste temperatuurinstelling van een heteluchtpistool verschilt per klus. Ook de luchtstroominstelling is belangrijk en die hangt af van materiaal en werktempo. Met de juiste instelling van temperatuur en luchtstroom bereik je de beste resultaten.

De hoogste temperatuurinstelling van een heteluchtpistool is over het algemeen geschikt voor het solderen of ontdooien van waterleidingen en kan ook worden gebruikt voor het verwijderen van verf. De lagere instellingen zijn ideaal voor het drogen van verf en het vormgeven van kunststof. Test altijd met een lage temperatuur op een onopvallend gedeelte van het werkstuk en verhoog de temperatuur stapsgewijs tot je het juiste resultaat hebt bereikt. Wat dit resultaat is, is afhankelijk van de klus. Als je bijvoorbeeld verf of lak verwijdert met een heteluchtpistool, zul je merken dat de verf bij de juiste temperatuur zacht wordt en begint te bobbelen. Je kunt de verf dan gemakkelijk afkrabben. Als je koperen pijpen wilt solderen met een heteluchtpistool, heb je de juiste temperatuur gevonden zodra de soldeerdraad in de verbindingen smelt.

Ook voor de luchtstroominstelling van een heteluchtpistool geldt: test verschillende instellingen om het beste resultaat te bereiken. Als je het werkstuk plaatselijk wilt verwarmen, bijvoorbeeld tijdens soldeerklussen of het lassen van kleine printplaten, zul je meestal met een lage luchtstroom werken. Je wilt immers niet dat de rest van het werkoppervlak ook verwarmd wordt! Indien je een heteluchtpistool gebruikt voor het aansteken van een barbecue of het afbranden van verf op grote oppervlakken, kom je met een hoge luchtstroom goed uit de voeten. Maar zodra je in de buurt komt van kwetsbare onderdelen, bijvoorbeeld wanneer je verf afbrandt bij een ruit, zul je de luchtstroom van het heteluchtpistool weer op de situatie aan moeten passen.