Radiatorombouw maken

Meet de hoogte (H), breedte (B) en diepte (D) van de radiator op. Houd rekening met de radiatorkraan en leidingen.

Zorg ervoor dat de warmtecirculatie ongehinderd kan doorstromen, door ruimte te laten tussen de radiatorombouw en de radiator zelf.

Meet de afstand van de grond tot aan de bovenkant van de radiator, inclusief luchtcirculatie. In dit voorbeeld is dat: radiatorhoogte 720 + 80 mm circulatieruimte = 800 mm. De lengte is 2200 mm.

Houd rekening met de leidingen en de thermostaatkraan. Deze laatste moet je uit de omkasting laten steken om de omgevingstemperatuur te kunnen meten en om de juiste temperatuur in te stellen. De kraan kan zowel aan de zijkant als aan de voorzijde uitsteken.

Bevestig de zijpanelen aan het bovenpaneel met houtlijm en schroeven of deuvels. Je maakt gebruik van verbindingsbalkjes om alle panelen aan elkaar vast te maken. In het bovenpaneel kun je gleuven frezen, of losse plankjes zoals je het bij frontpaneel gaat doen. Gebruik balkjes bij het bevestigen van de panelen voor een stevige constructie.
 

Gebruik voor het bovenste frontpaneel van de radiatorombouw een plank van 180 mm hoog en twee zijpanelen van 120 mm breed. Je bevestigt één zijde met deuvelverbindingen, de andere zijde volgt als je de horizontale latjes gaat vastzetten.

Teken de gaten op de kopse kant af. Boor de deuvelgaten zuiver haaks en bepaal met deuvelpinnen de andere boorgaten, door ze in vlakke positie tegen elkaar te drukken en met een rubberen hamer in te tikken. Eventueel kun je aan de binnenzijde verbinding maken met beugels. Of als je een bovenfrees hebt een verbindingsprofiel frezen en lijmen.
 

Werk het voorpaneel af met 4 horizontale latten van 60 mm op 60 mm afstand. Deze openingen zijn nodig om de warmte van de radiator door te laten. Het aantal openingen is afhankelijk van jouw situatie. Als alternatief kun je ook gaas gebruiken. Dit is minder strak maar je kunt het gaas verven in een bijpassende kleur bij de radiatorombouw.

Meet de diameter van de thermostaatkraan en bepaal de hoogte ervan. Maak hiervoor een ruime uitsparing in de zijpanelen met een grote gatenboor. Vervolgens kun je met een decoupeerzaag de gleuf afmaken. De kraan kan zowel aan de zijkant als aan de voorzijde uitsteken.

Je moet de radiatorombouw gemakkelijk kunnen weghalen om schoon te maken. Daarom voorzien we de ombouw van een wigvormige latbevestiging, zoals je die ook ziet bij de ophanging van keukenkastjes. Bevestig eerst de bovenste wiglat in de ombouw.

Plaats de ombouw over de radiator heen en bepaal de plaats van de wiglat op de muur boven de radiator. Houd rekening met eventuele extra ruimte die je nodig hebt als er een vensterbank boven de radiator is.

Bij de lengte van de wiglat moet je rekening houden met de ruimte die je nodig hebt voor de radiatorkraan. Zit deze kraan aan de zijkant dan moet de wiglat minstens 18 cm ruimte hebben om te schuiven. Een radiatorkraan op de leiding steekt ongeveer 9 cm uit. Je kunt er ook voor kiezen om magneetjes te gebruiken in plaats van wiglatjes.