-
Verfkeuze buiten
Voor buitenmuren is acryl gevelverf het beste. Acryl gevelverf beschermt je muur tegen indringend vocht en maakt de muur ook grotendeels waterafstotend, maar laat vocht, dat in de muur zit, wel eruit dampen. Bij het verven van buitenmuren moet je zoveel mogelijk obstakels verwijderen, zoals raamluiken planten, struiken en klimop. Controleer tevens de voegen en verwijder pluggen, schroeven, spijkers enz.
-
Scheuren en voegen herstellen
Als je een oude baksteenmuur wilt schilderen is het heel aannemelijk dat er voegen zijn verdwenen of scheuren zijn ontstaan. Dit moet je eerst oplossen voordat je kunt gaan schilderen. Dus uitslijpen en opnieuw voegen en scheuren herstellen.
-
Salpetervorming
Heb je te maken met een nieuwe muur, dan is de kans groot dat je salpetervorming en witte vlekken op de muur hebt. Bij nieuwe muren blijven namelijk salpeter- of zoutresten achter, nadat het bouwvocht in de muur is verdampt. Je kunt het afborstelen met een staalborstel of met een Multi-Stripper met reinigingsschijf, daarna het losgekomen poeder verwijderen met een zachte borstel. Let op! De schoon gemaakte muren mogen niet opnieuw nat worden! Een hogedrukreiniger mag je dus niet gebruiken. Het proces zal zich dan herhalen.
-
Schone muur
Je moet altijd op een schone muur beginnen. Is de muur watergevoelig of woon je in een bosrijke omgeving, dan heb je ongetwijfeld te maken met mos of groenvorming. Je kunt het groen verwijderen met een staalborstel en een plamuurmes. Nadien strijk je de muur in met verdund bleekwater. Half bleek, half water. Enkele uren laten inwerken en daarna grondig naspoelen met water. De muur moet echt goed droog zijn voordat je met schilderen kan beginnen. Dit zal enkele dagen duren.
-
Hogedrukreiniger
Ga je aan de gang met een hogedrukreiniger om het meeste vuil van de muur spuiten. Gebruik dan ook de vuilfrees zodat je alle losse stukken verf wegspuit. Indien nodig een ontmossingsproduct aanbrengen, het vervolgens laten inwerken en dan de muur opnieuw afspuiten. Hierna kan je pas na 14 dagen beginnen te schilderen, natuurlijk afhankelijk van de weersomstandigheden.
-
Opstijgend vocht
Heb je last van opstijgend vocht in de muur, dan moet je dat probleem eerst oplossen. Het kan zijn dat er geen goede isolatie is aangebracht tussen de fundering en de muur. Je kunt dan bijvoorbeeld de muur verluchtigen met ventilatieopeningen, tussen de staande voeg of horizontaal op de plaats van een steen.
-
Muren met poedervorming
Eerder geverfde muren kunnen ook last hebben van poedervorming, deze poedervorming staat een goede hechting van de nieuwe verf in de weg. Daarom moet je deze ondergrond fixeren met een speciale primer. Een goede vaste ondergrond is echt noodzakelijk, anders zal de verflaag slecht hechten en binnen een korte periode weer loslaten.
-
Gevelplint
Op de grond moet je de onderzijde van de muur zandvrij maken met een borstel, hiermee voorkom je dat je kwast straks vol zit met zand. Indien mogelijk graaf je een steen dieper, verwijder het zand en laat goed drogen. Breng op onbehandelde bakstenen eerst een grondlaag aan en laat minimaal 12 uur drogen. Accentueer de gevelplint met een donkerder kleur. Modderspatten zijn dan bij regen minder zichtbaar.
-
Kozijnen afplakken
Dek dichtbij staande planten en struiken af met plasticfolie. Plak kozijnen en ander houtwerk af met schilderstape. Schilder met een blokkwast eerst de randen van de muur en de aansluitingen met de kozijnen en goten. Laat de vlakken goed overlappen, schilder van het droge vlak naar de natte verf rand.
Beknibbel niet teveel op de hoeveelheid verf de je gebruikt. Gebruik je namelijk te weinig verf, dan krijg je een vlekkerig geheel. Kijk ook naar het badgenummer op de verfemmers. Zijn die verschillend dan is er grote kans dat je het kleurverschil zal zien of verkleuring op langere termijn. -
Verf verdelen
Gebruik vervolgens een langharige rol. Hiermee krijg je minder last van zichtbare overlappingen en het schilderen gaat een stuk sneller. Zorg ervoor dat je rol goed met verf verzadigd is. Breng een verticale strook verf aan. Neem opnieuw verf op de rol en breng op 40cm afstand de tweede strook aan. Rol de twee stroken verf nu kruiselings naar elkaar. Zorg ook dat je verf goed in elke voeg krijgt. Je verft van boven tot halverwege de muur en verf dan vanaf halverwege de muur tot aan de grond. Daarna ga je verder aan de linker- of rechterzijde met de volgende verfbaan. Bij kleinere oppervakken, of dicht bij de kozijnen, gebruik je een smalle verfroller. Let op dat je een natte verf-rand houdt en dat je werkt van droog naar nat.
-
Ladder of steiger
Kies altijd een droge, windstille dag uit. Neem een goede trap of ladder, die ongeveer een meter boven je werkniveau uitsteekt. Zorg dat de ladder op een stabiele ondergrond staat en niet gemakkelijk kan kantelen. Plaats de ladder onder een hoek van ±15° ten opzichte van de muur. Als je tijdens het verven op de ladder, je meer dan een armlengte opzij moet reiken, moet je de ladder verplaatsen.
-
Afstandhouder
Een afstandhouder geeft de ladder extra stabiliteit en is veiliger. Een afstandhouder is eenvoudig op elke ladder aan te brengen en is bijvoorbeeld zeer handig voor het gebruik bij overhangende goten. Met een dergelijke afstandhouder staat de ladder gemiddeld 35cm van de gevel. Om minder veiligheidsrisico’s te nemen kun je het beste een steiger of een hoogwerker huren.
-
Dakgoot
In veel gevallen moet ook de dakgoot of dakrand een onderhoudsbeurt hebben en geschilderd worden. Als je dan toch een steiger of hoogwerker hebt gehuurd, kan je gelijk eens goed kijken naar de technische staat van je dakgoot en eventueel repareren. Zie ook stappenplan “Dakgoot onderhouden”.